Bij direct accepteren van een nieuw object verschijnt altijd bovenstaand invulvenster. Bij direct accepteren van een gemuteerd object verschijnt dat ook als een BGT-kenmerk is gewijzigd, bij direct accepteren van alleen een gewijzigde geometrie verschijnt het niet. Door in de ontvangstlijst in plaats van direct te accepteren op de ‘Detail’ knop te drukken verschijnt het invulvenster ook.

Het invulvenster voor een nieuw object heeft twee extra knoppen die een gemuteerd object niet heeft. Door op ‘Gegevens ophalen’ te drukken worden groengebied/wegvak, elementnummer/onderdeelnummer en beheerder gekopieerd van het dichtst bijzijnde object uit dezelfde module, en als er structuurgebieden zijn gedefinieerd wordt daarvan het ambitieniveau gekopieerd.

Door op het potloodje rechtsonder te drukken kunt u een andere beheerobjectsoort kiezen. Er is in de BGT-applicatie blijkbaar gedefinieerd dat een BTD standaard een beplanting is in Obsurv en geen gras. Er is in Obsurv blijkbaar gedefinieerd dat de standaard beplanting een ‘boomspiegel >1 m2 in verharding’ is. U kunt er dus een gras of nog iets anders van maken.

Zie algemene instellingen om de zoekafstand tot het dichtst bijzijnde object uit dezelfde module te bepalen. Zie vastleggen structuurgebieden om structuurgebieden te definiëren.

Door bij elk objecttype de beheergroep of onderdeeltype ‘n.t.b.’ te definiëren en deze als standaard te gebruiken bij inlezen van BGT-objecten voorkomt u dat er foute informatie ontstaat.

Vaak weet de Obsurv-medewerker niet wat de beheerkenmerken zijn van een binnenkomend BGT-object. Twaalf beheergroepen voor grassen in Obsurv zijn een en hetzelfde object in de BGT, namelijk een groenvoorziening, gras- en kruidachtigen.