
ORIGINEEL OBSURV | BERICHTENVERKEER BGT

In de mapping attributentabel is bepaald welke Obsurv kenmerken bij welke IMGeo-(plus) voorkomens of IMGeo-functie horen. Bij groenelementen bijvoorbeeld is dat kenmerk de beheergroep, bij wegvakonderdelen is dat kenmerk het onderdeeltype en/of verharding.
Zie de afbeelding… een ontvangen BTD-object met voorkomen ‘Groenvoorziening’ en plus-voorkomen ‘Gras- en kruidachtigen’ kan in Obsurv dus een gras worden met beheergroep ‘Bermgras vlak 2x maaien’ of ‘Gazon’. in de praktijk zullen dat meer beheergroepen zijn. Maar een ontvangen OWG-object met alleen het voorkomen ‘Groenvoorziening’ kan ook een gras met beheergroep ‘Berm vlak 2x maaien’ worden. In het eerste geval vindt de BGt dat het een groenvoorziening is en in het tweede geval vindt de BGT het een onverharde berm is.
En als de BGT vindt dat het een verharde berm is, een OWG-object met functie ‘berm’, dan moet het een Obsurv wegvakonderdeel worden met onderdeeltype ‘berm verhard’. een berm is in dit geval een verharding tussen twee rijbanen of rijbaan en fietspad.
Stel, u gebruikt in Obsurv ook het onderdeeltype ‘middenberm verhard’, dan kunt u een ontvangen OWG-object met functie ‘berm’ daar prima aan koppelen. Echter, doordat deze combinatie niet in de mapping tabel staat, verschijnt het object direct in de verzendlijst. Uw BGT-collega’s krijgen het object dan terug terwijl het in hun ogen klopt. De mapping is dan de oorzaak van overbodig heen-en-weer berichtenverkeer.
Naast groenelementen en wegvakonderdelen zijn alle andere Obsurv objecttypen te ‘mappen’.
In de tabel hoger in de hierarchie is bepaald welke IMGeo-klassen met welke beheerobjectsoorten kúnnen corresponderen. Zie de afbeelding aldaar: een gras kan een BTD of een OWG zijn en een wegvakonderdeel kan een WGD of ook een OWG zijn.
Het definiëren van mapping tabel gebeurt door de applicatiebeheerder. De tabel heeft grote gevolgen voor het berichtenverkeer, dus wijziging moet zo weinig mogelijk gebeuren, maar soms is het nodig.
