Inspecties kunnen worden uitgevoerd met een apart programma, de VeldwerkApp, en binnen Obsurv zelf. De verschillen zijn:

• De VeldwerkApp bevat een kaart waarop te inspecteren objecten gelokaliseerd kunnen worden;

• De VeldwerkApp biedt de mogelijkheid de inspectie nog eens na te lopen, te wijzigen eventueel en dan af te ronden en ter beoordeling aan te bieden;

• Inspecteurs hoeven niet in Obsurv in te loggen om te kunnen inspecteren, wat voor de beherende organisatie een geruststelling kan zijn.

Alleen objecten die bij het klaarzetten zijn toegekend aan de instantie waartoe u behoort zijn te inspecteren. Applicatiebeheerders kunnen alle objecten inspecteren.

Inspecties gaan per object. U klikt op een object in de lijst en vult inspectiekenmerken in, of u selecteert objecten in de lijst en toont ze op kaart. Waarna u er eentje in de objectenlijst selecteert, zie hiernaast.

Vervolgens geeft u aan of er een gebrek is of niet. Zo ja, dan registreert u een gebrek plus eventueel een of meerdere maatregelen.

U kunt dan nog een gebrek toevoegen met weer nul, een of meerdere maatregelen. Vult u geen maatregel in, dan laat u dat over aan de beheerder. Zij of hij voegt dan bij het beoordelen maatregelen toe. Zie hier de uitgebreide werkwijze.

Bij niet algemene maatregelen is het mogelijk om meerdere objecten tegelijk te inspecteren. Alle objecten in de lijst worden dan in een keer geïnspecteerd. Of de aangevinkte objecten in de lijst worden in een keer geïnspecteerd zoals op het plaatje is te zien; het vinkje is zwart.

Inspecteren zonder VeldwerkApp

Inspecteren zonder VeldwerkApp gaat vanuit de lijst met klaargezette inspecties. Het werkt op dezelfde wijze als hierboven beschreven, met de beperking dat maatregelen direct en zonder beoordeling naar de werklijst gaan.